De Beemster, oorspronkelijk een meer, werd in de vroege 17e eeuw drooggelegd door Nederlandse ingenieurs in een ambitieus landwinningproject. Deze drooglegging creëerde een vruchtbaar landschap dat ideaal was voor veeteelt en landbouw. Het was in deze vruchtbare grond dat de basis werd gelegd voor wat later een van ‘s werelds meest gewaardeerde kazen zou worden.

De eerste vermeldingen van kaasproductie in de Beemster dateren uit de late 17e eeuw. Boeren begonnen melk van hun koeien te gebruiken om kaas te maken, een traditie die snel bloeide dankzij de overvloedige graslanden en de zorgvuldige selectie van lokale koeienrassen zoals de Holstein-Friesian. Deze koeien produceerden melk van uitstekende kwaliteit, rijk aan vet en eiwitten, essentiële ingrediënten voor het maken van hoogwaardige kaas.

Wat Beemster kaas echt onderscheidt, is de unieke omgeving waarin de koeien grazen.

De Beemster-polders staan bekend om hun rijke bodem, verrijkt door eeuwenlange afzettingen van vruchtbare klei. Dit resulteert in gras van uitzonderlijke kwaliteit, doordrenkt met voedingsstoffen die worden opgenomen door de koeien en vervolgens tot uitdrukking komen in de rijke smaak en textuur van de kaas.

Door de eeuwen heen ontwikkelde zich een bloeiende kaasindustrie in de Beemster. Boerderijen begonnen zich te specialiseren in kaasproductie en de lokale Beemster kaas verwierf al snel een reputatie van uitmuntendheid, niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten.

In de moderne tijd is Beemster kaas uitgegroeid tot een internationaal erkend merk, geliefd om zijn onderscheidende smaak en hoogwaardige kwaliteit. De traditie van ambachtelijk vakmanschap wordt nog steeds gekoesterd, waarbij elke kaas zorgvuldig wordt gerijpt en behandeld volgens oude methoden die van generatie op generatie zijn doorgegeven.